De hete adem van BYD, Geely en XPeng: Zijn tarieven de oplossing?

In de maand juni maakten Chinese auto’s nog zo’n 11% uit van de verkochte elektrische auto’s (EV) in de EU. Niet zo gek, de Chinese EV is gemiddeld zo’n €20.000 (!) goedkoper dan z’n Europese evenknie. Daarnaast zien de voortuigen er strak uit en doen ze zeker niet onder voor de merken van onze bodem. Wat betekent deze ontwikkeling voor onze autosector?

De Europese auto-industrie staat onder druk, verkoopcijfers lopen terug en de EV keert het tij voorlopig nog niet. Fabrieken dreigen te sluiten door een dalende productie en investeringen in nieuwe technologieën komen niet van de grond. Het is duidelijk dat er iets moet gebeuren om motor van de industrie weer aan te zwengelen.

Chinese auto’s en tarieven
De Chinese auto-industrie draait daarentegen overuren, met vrachtschepen van de eigen vloot vervoert BYD (Build Your Dreams) en masse voertuigen naar de EU. Toch zou het kunnen dat er de komende tijd minder schepen naar ons continent vertrekken, omdat de EU deze week besloot om tarieven in te stellen op de Chinese EV’s. De ingestelde tarieven kunnen oplopen tot 45% en maken de prijzen zo vergelijkbaar met de Europese modellen. Het moet de groei van het Chinese marktaandeel afremmen, maar het vormt verre van een permanente oplossing. Toch geeft het onze industrie wat ademruimte en daarmee vooral tijd om de neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Zekerheid voor de Europese autoindustrie
Het begint met onafhankelijkheid. De grondstoffen voor elektrische auto’s moeten ook van ons continent komen. Batterijen hoeven we niet alleen van buiten te halen, maar die kunnen we ook zelf maken - een onmisbare industrie op ons continent. Zo ontwikkelen we lokale waardeketens, kunnen we hergebruik enorm stimuleren en creëren we werkgelegenheid hier. Gezien het belang en de rol van batterijen in de toekomst lijkt mij dit een onmisbare industrie voor ons content.

Duidelijke regelgeving en targets bieden zekerheid voor de sector. De overstap naar een volledig elektrisch aanbod gaat gepaard met forse investeringen, die bedrijven alleen durven aan te gaan als ze betrouwbare toezeggingen krijgen. De EU kan dit verder ondersteunen met aantrekkelijke prikkels. Moedig bijvoorbeeld het vergroenen van bedrijfswagenparken aan (of stel dit verplicht!) en ga voorbij aan enkel de prijs bij publieke aanbestedingen. Er is namelijk alle reden om bij publieke aanbestedingen, en dus het inzetten van publieke middelen, het milieu, de sociale impact en de lokale werkgelegenheid mee te nemen. Zo houden we onze autoindustrie in de race.

Door nog meer uitstel en koudwatervrees raakt de Europese autosector hopeloos achter bij de Chinese, en ook de Amerikaanse, industrie. Van uitstel komt in dit geval geen afstel, maar een executie.

Daarom moeten we vol gas gaan voor onze industrie, zo behouden en creëren we banen, maken we ons continent minder afhankelijk en werken we verder aan de energietransitie

Vorige
Vorige

Dag één op COP29, wat is de inzet?

Volgende
Volgende

Waarom we de Palestijnse hulporganisatie UNRWA moeten blijven steunen