Dag twee op COP29, waar wringt de schoen?
Deze klimaattop wordt niet voor niets de COP van het geld genoemd: er ligt een urgente opdracht op tafel om een nieuw, gezamenlijk klimaatfinancieringsdoel vast te stellen.
Samen met de voorzitter van de delegatie uit het Europees Parlement.
Het vorige doel, vastgesteld in 2020, bepaalde dat jaarlijks 100 miljard dollar zou worden geïnvesteerd in klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden. Tijd voor een nieuw doel dus, maar de onderhandelingen verlopen moeizaam, met verschillende struikelblokken die voorlopig de vooruitgang in de weg staan. Hier geef ik een overzicht van de drie grootste obstakels.
Een grote kloof in verwachtingen
Het oorspronkelijke doel van $100 miljard werd lang niet altijd gehaald, ondanks inspanningen van de EU, want andere rijke landen lieten het ook regelmatig afweten. De eis van ontwikkelingslanden om het financieringsdoel te verhogen naar $1 biljoen ($1000 miljard) per jaar staat helaas ver weg van wat veel rijke landen bereid zijn bij te dragen. Inmiddels is wel duidelijk dat de EU bereid is om haar bijdrage te verhogen tot ergens tussen de $200-$300 miljard. Toch blijft de vraag hoe we een compromis vinden dat recht doet aan de urgentie van de klimaatcrisis en acceptabel is voor alle betrokken partijen.
Met een fiche over klimaatfinanciering van de Europese Unie.
Ongelijkheid tussen landen: wie draagt welke last?
Een bron van frustratie tijdens deze COP is de rol van landen die decennia geleden nog als ontwikkelingslanden werden beschouwd, maar inmiddels een sterke economie hebben opgebouwd met een hoger BBP dan menig Europees land. Deze landen, vaak met een hoge uitstoot per capita, kunnen zich niet langer verschuilen achter hun oude status. Tegelijkertijd zijn historische emissies van ontwikkelde landen zoals de VS en Europa niet te negeren. De uitdaging ligt dan ook in het vinden van een eerlijke verdeling van verantwoordelijkheden die deze spanningen wegneemt.
“Landen met een grote economie en hoge CO2-uitstoot zijn geen ontwikkelingslanden meer, ze moeten hun verantwoordelijkheid nemen.”
Publiek- versus privaat geld
Hoewel publiek geld essentieel blijft voor klimaatfinanciering, zijn private investeringen onmisbaar om de benodigde bedragen te halen. Vanuit Europa en de VS wordt gepleit voor een duidelijke scheiding tussen publieke en private financiering in de nieuwe afspraken. Dit onderscheid is zinvol, zolang het geen excuus wordt om publieke bijdragen te verminderen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om zowel overheidsmiddelen als de private sector maximaal te mobiliseren.
Het is dus afwachten hoe dit zich de komende dagen ontwikkelt. Wij blijven de Europese Commissie aanmoedigen om een uiterst constructieve en proactieve rol aan te nemen op dit thema, want klimaatfinanciering is niet zomaar een punt op de agenda - het is de motor achter klimaatactie, vooral voor landen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Alleen door gezamenlijk ambitie te tonen en eerlijk te verdelen, kunnen we tot een resultaat komen dat de wereld vooruithelpt. 🌍