Mijn eerste reactie op het EU Competitiveness Compass

Vandaag presenteerde de Europese Commissie het ‘Competitiveness Compass’, wat een antwoord moet vormen op het achterlopende concurrentievermogen van de Europese Unie tegenover China en de VS. Het belooft best wat goeds, maar dat is wat het nu vooral doet: beloven.

Ik ben blij dat de Commissie onderstreept dat de economie van de toekomst geen fossiele economie is, want de toekomst van Europa ligt in onze vermogen om snel te verduurzamen en hier ook een concurrentievoordeel mee te bereiken. Dit is essentieel voor onze industrie, waar we komende tijd scherpe keuzes moeten maken.

Simplificeren is niet de oplossing

De krantenkoppen worden gedomineerd door de ‘simplificeringsagenda’ van de EU, maar het vereenvoudigen van regelgeving is - simpelweg - niet dé oplossing. Bovendien dreigen bestaande wetten te worden afgezwakt, juist onder het mom van simplificering, wat de voorspelbaarheid van Europese plannen ondermijnt en investeerders onzeker maakt. Zwalkend beleid biedt geen vertrouwen voor bedrijven en ondernemers en maakt onze positie alleen maar zwakker.

De industrie van de toekomst bouwen we niet met een paar regels minder. Dit betekent niet paniekerig vasthouden aan industrieën die afhankelijk zijn van olie en gas, en verouderde technologieën zoals de verbrandingsmotor. Het betekent wel: investeren in de toekomst. in elektrische auto’s, in waterstof, windmolens en waterpompen.

Op werkbezoek.

Europese industriepolitiek
Europa moet de regie in handen nemen, en dat moet verder gaan dan vrijwillige coördinatie tussen lidstaten, om zo te kunnen concurreren met de VS en China. Die keuze zie ik nog te weinig in deze plannen.

Het is cruciaal om niet de regels maar wat af te zwakken en daarmee te hopen dat het allemaal wel goedkomt. We moeten onze industrie actief stimuleren en ook helpen door marktcreatie, wat nog ontbreekt in de huidige plannen. Bijvoorbeeld door het oprichten van een Europees leasing platform voor elektrische auto’s, of strengere sociale en groene voorwaarden bij publieke aanbestedingen. Kortom, we hebben plannen voor een grotere afzetmarkt voor onze groene Europese producten nodig. Zo geven we onze industrie zekerheid, stimuleren we groei en verbeteren we ons concurrentievermogen.

De komende tijd
Bovendien is ‘competitief’ worden geen doel op zich, het is een middel om te zorgen voor groene groei zodat onze economie in staat is om te verduurzamen, we de levenskwaliteit kunnen verhogen en ongelijkheid verder kunnen bestrijden.

Eind februari zal een eerste test worden voor de ambities van de Commissie, dan wordt de Clean Industrial Deal gepresenteerd - het eerste belangrijke stuk wetgeving. Ik hoop dat de Commissie komt met concrete antwoorden op de vragen die nu nog op tafel liggen over marktcreatie, sociale voorwaarden bij investeringen en - natuurlijk - het geld.

Vorige
Vorige

Europese staalindustrie harder nodig dan ooit

Volgende
Volgende

It’s the Education, Stupid.